Zijde
Alessandro Baricco
Alessandro Baricco (Auteur), Manon Smits (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : BARI |
Jarl van der Ploeg
2/ei/11 m
Het beroep heet schieten en Abel Crow is er verdomde goed in. Vooral in de Mysticus, dat specifieke schot waarbij je allebei je revolvers trekt om twee verschillende tegenstanders tegelijk te raken. De meeste revolverhelden trekken liever met hun voorkeurshand en schieten vervolgens snel achter elkaar op de beide doelen. Maar Crow is niet zoals de rest. Dus toen hij opeens de drie van Roth tegenover zich zag staan in Main Street, met hun revolvers gericht op twee gijzelaars, twijfelde hij geen seconde. Hij deed de Mysticus en die dag werd Abel Crow een legende. Hij was toen 27 jaar.
In Abel, de tiende roman van de Italiaanse succesauteur Alessandro Baricco, heb je meteen, vanaf bladzijde één, het gevoel in een spaghettiwestern van Sergio Leone te zijn terechtgekomen; zo eentje waar de mannen tijdens duels hun ogen tot spleetjes knijpen en je op de achtergrond een deuntje van Ennio Morricone hoort fluiten.
Geen einde
Wáár in het Wilde Westen het verhaal speelt, is onduidelijk en eigenlijk ook irrelevant, want zoals Baricco zelf in zijn ondertitel opmerkt: Abel is een 'metafysische western'. Dat betekent dat het boek zich aan de oppervlakte op zwijgzame vlaktes afspeelt waar indianenstammen als de Dakota rondzwerven en waar cowboys praten in zinnen als: 'Je hand op je wapen leggen was destijds een natuurlijke reflex, een automatisme, als krabben aan een wond'. Maar daaronder heeft Baricco nog een aantal andere lagen proberen aan te brengen.
Zo leert Abel Crow schieten van een blinde pistolero die door iedereen de Maestro wordt genoemd. In ruil voor die schietlessen wil de Maestro graag voorgelezen worden uit het werk van grote filosofen als David Hume. Wanneer Abel tijdens zo'n sessie Humes twijfels over de werking van causaliteit voorleest (volgens Hume is het onmogelijk te bewijzen dat de ene gebeurtenis voortkomt uit die daarvoor) gebeuren er opeens twee dingen in het boek.
Eén: ook in Abels eigen leven loopt de tijd niet langer lineair. Tijdens een duel ziet hij zijn tegenstander bijvoorbeeld al neergeschoten op de grond vallen voordat hij zijn revolver getrokken heeft. En twee: hetzelfde gebeurt met Baricco's vertelstijl, die vanaf dat moment a-chronologisch wordt. Opeens staan, met andere woorden, de hoofdstukken niet langer in de juiste volgorde. Inhoud en vorm worden één.
In de Italiaanse krant La Repubblica legde Baricco onlangs uit waarom hij in Abel, in tegenstelling tot zijn eerdere romans, daarom ook het woord 'einde' niet noteerde op de laatste bladzijde. Toen hij bij die laatste pagina arriveerde, hield hij namelijk niet op met schrijven, maar ging meteen door met het schrijven van een nieuw eerste hoofdstuk. "A never-ending book", noemde hij zijn eigen roman en die kwalificatie klopt aardig. Ook als lezer heb je de neiging om na de laatste pagina direct weer naar de eerste te bladeren, in een poging nog meer te begrijpen van wat je net hebt gelezen.
Dat juist Baricco (1958) het wildwestgenre probeert te verrijken met een nieuwe vertelvorm is niet verrassend. Naast een van de succesvolste schrijvers van Italië, is hij ook de meest vernieuwende. In een interview in de Volkskrant legde hij in 2019 uit dat hij al van jongs af aan schrijver wilde worden en daarom alle klussen aannam die hij maar kon krijgen. "Ik heb alles gedaan", zei hij. "Journalistiek, muziekrecensies, reclame, politieke uiteenzettingen, bijsluiters voor medicijnen, alles. In die tien jaar heb ik geleerd dat je het best zo veel mogelijk verhaalvormen kunt bestuderen."
Franse popgroep
Het gevolg: sinds zijn romandebuut in 1991 leverde hij naast romans ook theaterteksten, essaybundels, toespraken en novelles af, richtte hij daarnaast een schrijversschool op waar zijn studenten werkelijk alle vormen van 'storytelling' krijgen voorgeschoteld, gedoceerd door regisseurs, filmproducenten, game-ontwikkelaars, journalisten en noem maar op.
Voorts experimenteert hij aan de lopende band met onlinevertelvormen, liet hij onlangs de geluidsopname van zijn theatermonoloog als een non-fungible token (NFT) veilen en werkte hij samen met een Franse popgroep waarbij Baricco zijn tekst voorlas op hun muziek.
Als het nog nooit gedaan is, is Baricco geïnteresseerd. "Op een gegeven moment werd ik zelfs ziek omdat ik elke keer om 3 uur 's nachts met weer nieuwe ideeën wakker werd", zei hij in datzelfde Volkskrant-interview.
Dat gebeurde ook bij Abel - opeens had Baricco de woordcombinatie 'metafysische western' in zijn hoofd - en dus vertellen zijn cowboys elkaar 's avonds bij het kampvuur geen stoere verhalen, maar lezen ze De belijdenissen van Augustinus. En meteen daarna het Symposium van Plato.
Ergens is dat jammer. Baricco beschrijft het klassieke Wilde Westen namelijk zo lichtvoetig en aanstekelijk - hij speelt op voortreffelijke wijze met de clichés van het genre - dat je ook graag met zijn revolverhelden over de prairie was getrokken zonder al die uitgesproken existentiële vragen in hun zadeltassen.
Het is ook alleen tijdens de filosofische beschouwingen dat Baricco soms wat doorslaat in zijn taalgebruik, bijvoorbeeld als hij mensen naast elkaar laat zitten 'als twee syllogismen op de bladzijden van een Arabische denker, in een hoofdstuk gewijd aan de ziel'. Tijdens de stukken echter waarin hij stugge mannen beschrijft die op hun ranches worden verteerd door de duizelingwekkende eenzaamheid van de prairie, zijn al zijn zinnen net zo raak als de schoten van sheriff Abel Crow tijdens een duel in Sant'Obispo.
Wat als Baricco dit keer niet om 3 uur 's nachts wakker was geworden met een vernieuwend idee, zo denk je soms stiekem, maar gewoon om 7 uur met het plan een conventionele western te schrijven? Dan was Abel misschien wel een van de beste romans in het genre geworden.
De Bezige Bij, 192 p., 22,99 euro. Vertaald door Manon Smits.
Sam De Wilde
il/pr/20 a
De nieuwe roman van Alessandro Baricco is een spaghettiwestern. Het titelpersonage Abel is een revolverheld die een levende legende werd toen hij een overval beëindigde door tegelijkertijd twee pistolen op verschillende schurken af te vuren. Wat de korte inhoud betreft, is Baricco's verhaal over sheriff Abel duidelijk schatplichtig aan de pulpblaadjes en stuiversromans waarin de western als literair genre zijn oorsprong kende, maar de ondertitel van Baricco's nieuwe literaire worp ( Een metafysische western ) verraadt een grotere ambitie. Die wordt slechts gedeeltelijk waargemaakt door de schrijver van romans en novellen als Zijde , Emmaüs en Mr Gwyn of van spraakmakende essays zoals De barbaren en The game .
De literaire western is de begindagen met sensationele verhalen over pelsjagers, goudzoekers, outlaws, indianenoorlogen en straatduels allang ontgroeid. Met romans als True grit van Charles Portis, The Ox-Bow incident van Walter Van Tilburg Clark, Lonesome dove van Larry McMurtry of Blood meridian van Cormac McCarthy kent het genre inmiddels al meer dan een gerespecteerde klassieker. Toch blijven cowboys die vlot David Hume, Anaximenes, Spinoza en Aristoteles citeren veeleer een zeldzame verschijning op de fictionele prairie.
Baricco maakt er net iets meer dan filosofische namedropping van. David Humes twijfels over causaliteit trekt hij door in de fragmentarische en achronologische vertelling, en Aristoteles' ideeën over substantie laat hij uitleggen door iemand die op het punt staat een kerk op te blazen om zijn moeder van het schavot te redden.
Het is hoe dan ook een verademing om een roman te lezen waarin op zijn minst een poging wordt ondernomen om vorm en inhoud te verbinden. Maar af en toe verslikt Baricco zich in zijn aan zichzelf opgelegde opdracht om juist in het Wilde Westen op zoek te gaan naar het bovenzinnelijke. Hij begeeft zich met pseudofilosofische levenswijsheden weleens op Paulo Coelho-terrein. Dan bedenken zijn mannen te paard niet zo heel diepzinnige doordenkertjes als deze: “We zijn al geweest waar we nog nooit zijn geweest, sterker nog, daar komen we vandaan.”
Ook in zijn doorgaans elegante taalgebruik gaat Baricco bij het koppelen van het tastbare aan het abstracte weleens poëtisch overboord. Een kogel doorboort het licht “zoals een dodelijke diamant over het oppervlak van een toverspiegel scheert”. Of twee mensen zitten naast elkaar “als twee syllogismen op de bladzijden van een Arabische denker, in een hoofdstuk gewijd aan de ziel”.
Met Abel heeft Alessandro Baricco een western geschreven die het genre via spiritualiteit en filosofie wil overstijgen. Dat hoefde niet per se. De beste verhalen uit die verteltraditie stellen evengoed existentiële vragen, maar dan zonder opzichtige gewichtigdoenerij. Het is jammer dat juist Baricco's onvoldragen metafysica zijn verhaal in de weg zit.
Met een revolverheld op rust, een Hallelujah genaamde geliefde en een ietwat aparte familie die toegang heeft tot grote hoeveelheden dynamiet, heeft Abel alles wat een klassieke western nodig heeft. Bovendien beschikt Baricco duidelijk over evenveel verteltalent als liefde voor het genre om er ook een vermakelijke wildwestvertelling van te maken. Op de momenten waarop de Italiaanse auteur de (pseudo)filosofische teugels viert en zich laat leiden door zijn cowboyverhaal is dat ook precies wat je krijgt.
Abel is een niet geheel geslaagde, maar ook niet onverdienstelijke poging om een in onze contreien al sinds lang afgeschreven genre nieuw leven in te blazen. En niet geschoten is altijd mis.
Vertaald door Manon Smits. De Bezige Bij, 192 blz., € 22,99 (e-boek € 11,99).
Jarl van der Ploeg
2/ei/11 m
Het beroep heet schieten en Abel Crow is er verdomde goed in. Vooral in de Mysticus, dat specifieke schot waarbij je allebei je revolvers trekt om twee tegenstanders tegelijk te raken. De meeste revolverhelden trekken liever met hun voorkeurshand en schieten vervolgens snel achter elkaar op de beide doelen. Maar Crow is niet zoals de rest. Dus toen hij opeens de drie van Roth tegenover zich zag staan in Main Street, met hun revolvers gericht op twee gijzelaars, twijfelde hij geen seconde. Hij deed de Mysticus en die dag werd Abel Crow een legende. Hij was toen 27 jaar.
In Abel, de tiende roman van de Italiaanse succesauteur Alessandro Baricco, heb je meteen, vanaf bladzijde één, het gevoel terecht te zijn gekomen in een spaghettiwestern van Sergio Leone; zo eentje waar de mannen tijdens duels hun ogen tot spleetjes knijpen en je op de achtergrond een deuntje van Ennio Morricone hoort fluiten.
Wáár in het Wilde Westen het verhaal speelt, is onduidelijk en eigenlijk ook irrelevant, want zoals Baricco zelf in zijn ondertitel opmerkt: Abel is een 'metafysische western'. Dat betekent dat het boek zich aan de oppervlakte weliswaar afspeelt op zwijgzame vlakten waar indianenstammen als de Dakota rondzwerven en waar cowboys praten in zinnen als: 'Je hand op je wapen leggen was destijds een natuurlijke reflex, een automatisme, als krabben aan een wond.' Maar daaronder heeft Baricco nog een aantal lagen proberen aan te brengen.
Zo leert Abel Crow schieten van een blinde pistolero die door iedereen de Maestro wordt genoemd. In ruil voor die schietlessen wil de Maestro graag voorgelezen worden uit het werk van grote filosofen als David Hume. Wanneer Abel tijdens zo'n sessie Humes twijfels over de werking van causaliteit voorleest (volgens Hume is het onmogelijk te bewijzen dat de ene gebeurtenis voortkomt uit die daarvoor) gebeuren er opeens twee dingen in het boek.
Eén: ook in Abels eigen leven loopt de tijd niet langer lineair. Tijdens een duel ziet hij zijn tegenstander bijvoorbeeld al neergeschoten op de grond vallen voordat hij zijn revolver getrokken heeft. En twee: hetzelfde gebeurt met Baricco's vertelstijl, die vanaf dat moment achronologisch wordt. Opeens staan, met andere woorden, de hoofdstukken niet langer in de juiste volgorde. Inhoud en vorm worden één.
In de Italiaanse krant La Repubblica legde Baricco onlangs uit waarom hij in Abel, in tegenstelling tot zijn eerdere romans, daarom ook het woord 'einde' niet noteerde op de laatste bladzijde. Toen hij bij die laatste pagina arriveerde, hield hij namelijk niet op met schrijven, maar ging gelijk door met het schrijven van een nieuw eerste hoofdstuk. 'Een never-ending book', noemde hij zijn eigen roman en die kwalificatie klopt aardig. Ook als lezer heb je de neiging om na de laatste pagina direct terug te bladeren naar de eerste in een poging nog meer te begrijpen van hetgeen je net gelezen hebt.
Dat juist Baricco (1958) het wildwestgenre probeert te verrijken met een nieuwe vertelvorm is niet verrassend. Naast een van de succesvolste schrijvers van Italië is hij ook de meest vernieuwende. In een interview in de Volkskrant legde hij in 2019 uit dat hij al van jongs af aan schrijver wilde worden en daarom alle klussen aannam die hij maar kon krijgen. 'Ik heb alles gedaan', zei hij, 'journalistiek, muziekrecensies, reclame, politieke uiteenzettingen, bijsluiters voor medicijnen, alles. In die tien jaar heb ik geleerd dat je het best zo veel mogelijk verhaalvormen kunt bestuderen.'
Het gevolg: sinds zijn romandebuut in 1991 leverde hij naast romans ook theaterteksten, essaybundels, toespraken en novellen af, richtte hij daarnaast een schrijversschool op waar zijn studenten werkelijk alle vormen van 'storytelling' krijgen voorgeschoteld, gedoceerd door regisseurs, filmproducenten, game-ontwikkelaars, journalisten en noem maar op. Verder experimenteert hij aan de lopende band met online vertelvormen, liet hij onlangs de geluidsopname van zijn theatermonoloog veilen als een non-fungible token (NFT) en werkte hij samen met een Franse popgroep, waarbij Baricco zijn tekst voorlas op hun muziek.
Als het nog nooit is gedaan, is Baricco geïnteresseerd. 'Op een gegeven moment werd ik zelfs ziek omdat ik elke keer om 3 uur 's nachts wakker werd met weer nieuwe ideeën', zei hij in datzelfde Volkskrant-interview.
Dat gebeurde ook bij Abel - opeens had Baricco de woordcombinatie 'metafysische western' in zijn hoofd - en dus vertellen zijn cowboys elkaar 's avonds bij het kampvuur geen stoere verhalen, maar lezen ze Belijdenissen van Augustinus. En daarna het Symposium van Plato.
Ergens is dat jammer. Baricco beschrijft het klassieke Wilde Westen namelijk zo lichtvoetig en aanstekelijk - hij speelt op voortreffelijke wijze met de clichés van het genre - dat je ook graag met zijn revolverhelden over de prairie was getrokken zonder al die uitgesproken existentiële vragen in hun zadeltassen.
Het is ook alleen tijdens de filosofische beschouwingen dat Baricco soms wat doorslaat in zijn taalgebruik, bijvoorbeeld als hij mensen naast elkaar laat zitten 'als twee syllogismen op de bladzijden van een Arabische denker, in een hoofdstuk gewijd aan de ziel'. Tijdens de stukken echter waarin hij stugge mannen beschrijft die op hun ranches worden verteerd door de duizelingwekkende eenzaamheid van de prairie, zijn al zijn zinnen net zo raak als de schoten van sheriff Abel Crow tijdens een duel in Sant'Obispo.
Wat als Baricco dit keer niet om 3 uur 's nachts wakker was geworden met een vernieuwend idee, zo denk je soms stiekem, maar gewoon om 7 uur met het plan een conventionele western te schrijven? Dan was Abel misschien wel een van de beste romans in het genre geworden.
Uit het Italiaans vertaald door Manon Smits. De Bezige Bij; 192 pagina's; € 22,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.